Friday, June 8, 2007

Identiteitscrisis

De stofwolken worden veroorzaakt door andere honden die een kudde schapen bij elkaar drijven. Nieuwsgierig blijven ze staan als ze ons aan zien komen rennen. "Wie zijn dit dan?" vragen ze aan de honden die ons meegenomen hebben. "O dit zijn Lindy, Robbie en Vince. Ze zijn net aangekomen van Fraser Island en Lindy zoekt dingoes." De schaapshonden beginnen gezamelijk onbedaarlijk te lachen. "Jullie komen van Fraser Island" hikt er eentje, "en jullie hebben geen dingo gezien?" vervolgt hij, en meteen proest hij het weer uit. De honden rollen over de grond van het lachen. Ik begin me ongemakkelijk te voelen. Ik ben de enige teef in het gezelschap dus meet me maar een onbegrepen dameshouding aan die misschien hautain overkomt. "Klassiek" piept er een hortend tussen z'n gierende lachen door. "Zeker lang geleden dat je 'in the wild' leefde maar je hoort 'the call' nog om het zo maar even te zeggen." En hij proest weer verder. "Ja en ze herkent het niet als ze er middenin staat", giert een andere. "Wat bedoelen jullie?" vraagt Rob het voor me opnemend hoewel ik een glimlach rond z'n snuit bespeur. "Fraser Island zit vol met dingoes!" roept er een zijn lachen een beetje tot bedaren krijgend. "Hm we waren alleen maar op het strand" verdedig ik me. "Meid ook op het strand zit het vol met dingoes daar! Geloof me." De andere honden grinniken nog wat na. Robbie kijkt me vragend aan en zegt: "Lin je bent dat hele eiland rondgerend en je hebt geen dingo gezien?" Een beetje uit het veld geslagen stotter ik wat over snelheid en alleen maar strepen zien. Ik weet dat het nergens op slaat maar je moet toch wat als je zo direct op je aangepaste hondsheid als huisdingo zijnde gewezen wordt? "Ben jij dat hele eiland rond gerend?" vraagt weer een andere die inmiddels volledig tot bedaren gekomen is. "In een keer? Hoelang heb je daar over gedaan?" "Niet zo lang" antwoord ik dralend en haast onhoorbaar, aanvoelend dat ik weer een blunder te aanschouwen krijg. "Pittige teef heb je daar" zegt hij tegen Robbie, mij verder negerend en met een grimas op z'n snuit vervolgend: "Zo'n 250 km deed ze even om haar poten te strekken en in haar haast om haar voorzaten te ontmoeten zag ze over het hoofd dat ze door het grondgebied van het zuiverste ras dingo levend op aarde te vinden raasde! Fenomenaal!" En hij laat een oververdovende stilte vallen. Ik hoor wat onderdrukt gegniffel van de andere honden. Vince komt solidair tegen me aan zitten. Prettig vind ik dat maar tegelijkertijd voel ik dat ik het grootstelijk af laat weten als ouder zijnde. Ik hoor mijn pup vertroosting te verschaffen en niet andersom. Robbie zit er in z'n geijkte doorgezakte schouderhouding bij en kijkt me aan met z'n lodderige trouwe hondenblik. Ik kan wel janken maar dat doe ik niet. "Kom" zegt een blue heeler die bij het clubje was dat ons bij het welkomstbord van Queensland ophaalde "laten we naar de schuur gaan, daar wacht vast al iets te bikken." "OK" zegt een van de schapendrijvers "dan kijken wij eerst nog even bij de schapen." We gaan op pad. "We zijn niet allemaal werkhonden hier hoor" vertelt de blue heeler (die we Blue mogen noemen) "maar de baas heeft een zwak voor honden dus mogen we lekker allemaal in de schuur wonen. Soms gaan er weleens een stel op trektocht. En soms komen er weleens een stel logeren die op trektocht zijn. Het is een komen en gaan. Je hoeft niet echt te reizen hoor om hier honden tegen te komen. Alleen de werkhonden zijn redelijk stationair." We komen bij de schuur aan. Er hangt een heerlijk hondse geur binnen. Overal zijn slaapnestjes gemaakt in het stro. Het ziet er gezellig uit. Langs een muur staat een soort trog vol met overheerlijk hondeneten. "Komop" zegt Blue. De honden vallen aan. Robbie volgt en Vince was er als eerste bij. Ik voel me wat schuchter en stel me terughoudend op. Ik doe alsof ik geen trek heb uit een soort van schaamtegevoel terwijl ik de kwijl haast niet in m'n bek kan houden van de honger, wat wel moet natuurlijk om mezelf niet te verraden. Gelukkig zie ik Vince martelen om over het randje van de trog bij het voedsel te komen. Iets te gretig schiet ik op hem af om hem een pootje en een bekje te helpen. Naar waarheid is dat een pootje voedsel naar zijn bekje en wat ik met mijn bek aanschuif verdwijnt grotendeels via mijn keelgat. En dan moet ik iedere keer mijn poot aflikken natuurlijk. Als de trog leeg begint te raken pakt een hond Vince met z'n bek in z'n nekvel en plaatst hem in de trog. "Zo jongen lik jij de boel maar uit" zegt hij. Snel trek me terug en ga in een hoekje liggen. Ten slotte had ik te kennen gegeven geen honger te hebben. Langzaamaan verlaten de honden verzadigd de trog. Sommigen slobberen nog wat water uit een bak. Robbie tilt Vince weer uit de trog. "Zin om met wat 'Australian wildlife' te spelen?" vraagt een hond aan Rob, "Er wonen wat knoerten van bue tongue lizards hier rond de schuur." "Nou dat wil ik weleens zien." zegt Rob. En de troep verdwijnt uit de schuur op de hielen gevolgd door Vincey. Ik heb geen zin. Ik moet maar eens goed na gaan denken over mijn bestaan. Ben ik wel zo erg dingo? Fysiek gezien wel. Ik kan dingen die honden niet kunnen maar dat is gewoon aangeboren bouw. M'n dingohuil is roestig dat merkte ik na aankomst hier maar. Eerlijk gezegd gaat het blaffen me veel makkelijker af. Ligt het eerst in m'n bek zal ik maar zeggen. En hoe leven dingoes eigenlijk? Ook al had ik dingo ouders ik ben gewoon bij een baas in een huis geboren. Ik ben gewoon honds opgevoed. Grrr toch zit het me dwars dat ik niks dingo's heb opgemerkt daar op Fraser Island! 250 km in omtrek. Toch weet ik zeker dat ik het heb rondgerend. Ik liet Robbie en Vince achter me en zag ze weer voor me opdoemen. En het duurde echt niet zo lang. Ik leg m'n kop op m'n voorpoten en sluit m'n ogen. Achter m'n oogleden zie ik de brede grijns van Abdullah verschijnen. Snel doe ik m'n ogen open. Niet weer die man he! Maar ik zie hem nog steeds. Z'n gezicht verandert in een klok waarvan de wijzers als een razende rond draaien. Cirkelende strepen begin ik te zien die in het middelpunt verdwijnen. Duizelig word ik ervan. Ik laat m'n oogleden maar weer zakken en alles is pikkedonker. "In den beginne was er de zuivere dingo die uit Azie kwam net als ik ..." hoor ik de stem van Abdullah zeggen. Ik ruik zeelucht en voel me heen en weer schommelen. Het maakt me misselijk. "Duizenden jaren geleden zijn wij op een boot naar dit eiland gekomen..." Ik voel kalmerend en liefkozend geaai over m'n rug. "... maar later zijn we ieder onze eigen weg gegaan door omstandigheden." De stem wordt steeds rustgevender voor me en zegt: "Laat me je de volledige geschiedenis vertellen en als je wakker wordt zal alles anders voelen voor je. De oerdingo ontstond ...."