Sunday, May 13, 2007

Prins met een witte staart

Free Image Hosting at www.Googang.net


Tjonge, jonge. Vrouwen! Lindy was even helemaal alleen de hort op. Moet kunnen, ik ben de laatste periode ook vaak genoeg alleen geweest. En voor Vincey moeten we om beurten kunnen zorgen. Misschien had ik niet zo knorrig moeten doen. Maar zo'n tirade gaat toch ook wel ver. Ik zie Abdullah helemaal niet als baas. Logisch dat ik even naar hem terugga nu ik zijn minisub een beetje gecrasht heb. Gaat ze daar een beetje beledigd liggen wezen, Vincey zoekt ze maar op. Ze slaat gelijk aan het moederen.
Het is de frustratie moet ik maar denken. Ab zal wel willen zorgen dat we alvast op het vasteland terechtkomen. Dat lijkt me een loffelijk streven. Die afstanden hier zijn best groot. Dit eilandje is dan wel klein, het is een aardige tocht naar het vasteland van hier.
Laat ik het karafje maar eens omkeren. Volgens Ab komt daar altijd uit wat ik nodig heb. Voor een prettige verzoening kan ik wel wat hulp gebruiken. Ik houd het ondersteboven en ik kom in een soort wolk terecht. Als de wolk opgetrokken is ligt een volledig gedekt tafellaken op het strand. Propvol met lekkere hapjes. "Komen jullie eten", roep ik naar Lindy en Vince. Lindy doet haar best om haar verbazing te onderdrukken. Vincey is enthousiast en vraagt zich niet af hoe deze feestdis tot stand is gekomen. Mooi hoe zo'n pup alles heel gewoon kan vinden. We vallen aan en schransen met smaak van de verschillende hapjes. Vincey legt een enorme eetlust aan de dag. Onwillekeurig vraag ik me af waar het gezegde 'Je eet me de oren van het hoofd' vandaan komt. "Waar denk je aan?", zegt Lindy. "Eeh, dat we nog moeten vliegen", jok ik. "We moeten zo eerst nog maar een tukje doen". "Oef", ik wordt wakker als Vincey op mijn buik springt. "Wanneer gaan we nou?", jengelt Vince. "Maak je moeder maar wakker, dan maken we nog een ommetje en dan gaan we". "Ik ben wakker", geeuwt Lindy. We lopen nog even langs de kustlijn op en neer. Na achtergelaten te hebben wat we niet meer nodig hebben zoeken we het tapijt op. De nacht valt snel in. Al gauw zijn we op weg in een inktzwarte nacht. Het is heel gezellig zo met z'n drietjes. Goed gevulde magen dragen daar goed aan bij. We babbelen gezellig terwijl Abdullah er -hopelijk- voor zorgt dat we bij hem terechtkomen. We zetten voelbaar een daling in. Als snel landen we op iets wat op mij als dek van een schip overkomt. Alleen wel van hele grote afmetingen, geen vrachtschip. Al snel voegt Ab zich bij ons en volgen we hem naar binnen. In een gezellig ingerichte hut brengen we samen de nacht door. Abdullah wil in alle vroegte vertrekken om ons naar het vasteland te brengen. De minisub is alweer geborgen, daar ben ik wel blij om. Voelde me toch een beetje schuldig. Ik probeer de slaap te vatten. Het regelmatig zachte snurken van Lindy en Vincey maakt me soezelig.
Ik realiseer me dat ik voor Lindy misschien niet de prins op het witte paard ben. Hooguit een prins met een witte staart.
"Ben je wakker Robbie?, het is Ab. "Het is nog vroeg maar het begint al licht te worden, we moesten maar eens gaan". "Hoi, hoi", Vincey springt enthousiast overeind. Lindy doet voorzichtig een oog open en besluit toch ook maar op te staan. We volgen Ab naar buiten. Eenmaal weer boven staan we op een vliegveld. Het is een vliegdekschip. Abdullah staat met twee mannen te overleggen. Er staat een supersonisch vliegtuig klaar, daarachter een rood zweefvliegtuigje. Met een lijn zijn ze verbonden. Ab
staat branieachtig te lachen. Hij kan zo serieus zijn, het andere moment lijkt hij weer een jonge jongen. We kruipen met zijn viertjes in het rode vliegtuigje. Abdullah neemt plaats achter de stuurknuppel. Al snel zet het vliegtuig voor ons zich in beweging. De lijn wordt strak getrokken en na een lichte schok volgen we de voorganger. De snelheid wordt opgevoerd en dan stijgen we op. Al snel wordt de lijn losgegooid. Met een sierlijke bocht keert onze sleper terug naar het vliegdekschip. Geluidloos vliegen zijn we wel gewend van het tapijt. Maar in zo'n kist is het best gek. We vliegen nog even over het vliegdekschip heen. Ab laat de kist als groet met de vleugels schommelen. De inmiddels gelande mannen staan beneden alweer naar ons te zwaaien. Op naar het vasteland!


No comments: