Thursday, March 15, 2007

Vrijdag

Nou waar Robbie dan ook uithangt Vincey en ik hebben het prima naar onze zin hier. Dit eiland blijkt Coconut island te heten en dat hebben we gemerkt ook. We lagen heerlijk in dromenland te bekomen van ons zeeavontuur toen we opeens wakker schrokken van een doffe klap. Rakelings naast ons was een kokosnoot uit een palm op het zand gevallen. Nog beduusd van wat er nou precies gebeurd was, werd onze aandacht getrokken door hard gelach uit de richting van de zee. We keken op en zagen een gezellige man met een brede grijns op z'n gezicht op een rots zitten. Hij was kokosnoten aan het ontmantelen. Hij vroeg in een soort van engels, wat Pidgin blijkt te heten, of we die kokosnoot naast ons even konden brengen en begon vervolgens te bulderen van het lachen. "Nee joh" zei hij, "die kom ik zelf wel halen. Maar hebben jullie geen honger? De zon is al uren hoog aan de hemel en jullie hebben je nog niet verroerd. Hoe zijn jullie hier gekomen?" We hadden dus de hele nacht stevig doorgeslapen en inderdaad voelde ik wel een holle plek in m'n maag en Vince beefde zelfs een beetje van de honger. We probeerden de man uit te duiden dat we via de zee van een ander eiland kwamen. Daar moest hij erg om lachen. Het wilde er duidelijk niet bij hem in en hoe meer we ons best deden hoe meer hij ging schateren maar hij bedoelde het niet kwaad. Hij had alleen nog nooit honden uit de zee zien komen zei hij. Hij hield het er maar op dat we ergens van boord gesprongen waren. Het was ons allang best want we hadden in de gaten gekregen dat de mannen een eindje verderop in de zee z'n maten waren. Ze waren aan het vissen op traditionele wijze. Haast echt jagen zoals wij het kennen. Vince en ik begonnen allebei een beetje te kwijlen bij de gedachte. "Mijn naam is uncle Fri" zei de vrolijke man "en ik fry de vis behalve kokosnoten pellen. Zin in gebakken vis?" Nou dat hadden we zeker. Zelfs rauw. Sindsdien trekken we veel met uncle Fri en z'n maten op. De vriendenkring van uncle Fri lijkt de voltallige eilandbevolking wel te zijn. Verder kuieren Vince en ik een beetje over het eiland en slapen op het strand. Overal op het eiland hangt een branderige lucht van de vuurtjes om de vis te roosteren. Van mij hoeft dat niet zo want het overheerst zo in je neusgaten en ik wil m'n reukvermogen graag neutraal houden om de geur van Robbie of Ab op te kunnen vangen want ik weet zeker dat ze een keer onverwacht uit de lucht komen vallen en dan wil ik die lucht wel direct in m'n neus opvangen.

No comments: