Saturday, April 21, 2007
Een vluchteling op het spoor
Tijdens het terugwandelen nam ik een verkeerde afslag. Het is echt een wirwar van tunnels hier. Knap donker ook. Af en toe een schijnsel uit een rooster. Ik had mijn hoofd er even niet bijgehouden en nou zit ik verkeerd. Ik snuffel even en ruik hier geen mensengeur meer ook.
Even verderop ruik ik een ziekenhuisluchtje. Zou Sam daar liggen? Ik volg mijn neus maar weer. Net als zoƫven kan ik weer naar beneden lopen. Nu loop ik weer naast een ruimte in plaats van erboven. Ik hoor ook stemmen. Daar is een rooster.
Ik kijk er weer door en zie een zuster en een onbekende man. Dat is niet Sam in ieder geval. Deze man is wat ouder. Niet iedereen komt even goed terecht natuurlijk, als zo'n schip onverwacht de kelder in gaat. Er wordt in ieder geval goed voor je gezorgd zo te zien. De man ziet er behoorlijk verward uit, maar de zuster is in een goede stemming dat is wel duidelijk. Ze spreekt hem opgewekt toe, dat zal dus wel goed komen. Ik besluit weer verder te gaan. Ik kom vast nog wel een geschikte uitgang tegen. Hee, volgens mij hoor ik Abdullah praten. Ik versnel mijn pas en ga op het geluid af. Daar is Ab in een soort controlekamer. Hij is in gesprek met iemand die achter een kolom staat. Buiten mijn gezichtsveld dus. Ze hebben het over gestolen duikspullen en iemand die wil ontsnappen. "Ik hoop dat je hem snel zal vinden Abdullah. Je moet er toch niet aan denken dat de dief er mee naar buiten gaat op deze diepte. Dat is gelijk einde verhaal. Spoor hem op en breng hem op andere gedachten." "Natuurlijk sir, ik denk dat de oplossing al op mij staat te wachten". "Dat mag ik hopen Ab, je weet me te vinden", de man beent driftig weg. "Kom binnen Robbie", het lijkt wel of Ab me dwars door het rooster aan kan kijken. Ik druk voorzichtig met mijn neus tegen het rooster, dat zwaait hierop als een deurtje open. "Ik weet dat je graag weg wilt. Maar je moet me even helpen. Die neus van jou komt me goed van pas met dit probleem. Heb jij nog een mensengeur geroken in die ventilatieschachten?" Ik kan niet anders dan dat beamen, Ab weet het natuurlijk allang weer. Ach, het is voor mij een peulenschilletje en als we hier daarna maar weg kunnen vind ik het best. Ik krijg een klein soort chipje mee dat ik tussen de duikkleding moet verstoppen. Terug het labyrint in dan maar. Al snel heb ik de mensengeur weer te pakken en hoef ik mijn neus maar te volgen om de route te bepalen. Na flink wat bochten naar links en rechts over en langs grote en kleinere ruimten heb ik beet. Hier is de betrokkene eruit gegaan. Voorzichtig observeer ik de ruimte, de geur is hier wel heel sterk. Het is wel een hele kleine ruimte. Weer helemaal volgestouwd met apparatuur. Er hangt een pas gedragen jas over de draaistoel. Een deel van de apparatuur is in gebruik, niet alle wijzertjes staan op nul. Er is niemand aanwezig maar de vraag is of dat lang zal duren. Snel ga ik de ruimte binnen. Verborgen in een doos in een hoek liggen de vermiste duikspullen. Ik frommel het chipje met mijn snuit in een zak van een kledingstuk. Dat lukt maar net. Ik schud er even mee zodat het naar beneden kan zakken. In de verte hoor ik voetstappen naderbij komen, ik trek me snel weer terug achter het rooster. In tijgersluipgang kies ik een wat grotere afstand tot het rooster. Voor hetzelfde geld wil hij de ruimte straks via dezelfde uitgang verlaten als ik. Dan kan ik maar een voorsprongetje hebben. De deur gaat open en de indringer betreedt de ruimte. Ik hoor een gedempte stem maar ruik toch maar een persoon. Praat in zichzelf dus. Ik spits de oren. "Zo, alle voorbereidingen zijn klaar. Vannacht sluipt deze jongen er tussenuit. Ik heb geen zin de rest van mijn leven hier door te brengen. De wereld redden. Het mocht wat. Wat heb ik aan een geredde wereld als ik mijn geliefden niet meer kan zien? Het zal mijn tijd heus wel uitduren met die wereld. Ik ben volgens mij ook niet de enige die weg wil uit deze gekkigheid. Maar het is ieder voor zich. En je weet nooit wie je verrader is. Ik moet ook eigenlijk helemaal niet hardop denken. Mijn vader zei altijd al dat zo'n futiliteit je hard kan opbreken." Het wordt stil. De denker voegt de daad bij het woord. Ik hoor dat hij de spullen oppakt. Voor mij het teken om weer verder te gaan. Zijn woorden zetten me toch aan het denken. Kun je mensen hier wel gevangen houden, ook al is het voor een betere wereld? Daar zijn toch in de geschiedenis zat slechte voorbeelden van te vinden. Al is daar meestal zelfverrijking in extreme vorm de rode draad. Daar heb ik hier nog geen spoor van gezien. Nog niet tenminste. Toch eens vragen aan Abdullah. Als ik terug ben op de plek waar ik hem net zag is hij verdwenen. Waarschijnlijk om onze duiker bij de kraag te vatten. Nu kunnen we hier nog niet weg. Ik ga Lindy en Vincey maar opzoeken. Ab zal wel weer opduiken, hij zal zijn belofte niet verbreken.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment